Door Ivo
Gisteravond, halverwege het ‘Canal Era’. Ik had mijn beurt tot op de pond nauwkeurig uitgerekend. Ik zou een lening nemen van 30 pond, een kanaal graven naar Nuneaton en daar mijn katoenspinnerij flippen voor een enorme punteninjectie. Het plan was waterdicht. Totdat de speler voor mij, met een achteloze handbeweging, het allerlaatste biertje uit de markt van Birmingham wegkaapte om zijn eigen ijzergieterij te verkopen. Mijn hele economische motor viel stil. Ik was niet boos, ik was onder de indruk. In de meeste spellen verlies je omdat je slecht dobbelt; in Brass: Birmingham verlies je omdat iemand anders slimmer is dan jij.
Als data-analist zoek ik in bordspellen naar systemen die kloppen. Ik heb een hekel aan geluk, en ik heb een hekel aan ‘multiplayer solitaire’ (waarbij iedereen stilletjes zijn eigen puzzel oplost). Brass: Birmingham staat niet voor niets nummer 1 op BoardGameGeek. Het is een interactief, economisch meesterwerk over de Industriële Revolutie waarin elke actie die jij doet, de markt voor iedereen verandert.
Lenen is Winnen (De Mentale Klik)
De grootste drempel voor nieuwe spelers is het concept van schulden. In het echte leven leren we: schulden zijn slecht. In Brass is een lening nemen essentieel. Sterker nog, als je bang bent om te lenen, ga je verliezen. Het spel dwingt je om te denken in Return on Investment (ROI). Je pakt 30 pond schuld (en levert wat inkomen in), maar als je met dat geld een industrie bouwt die je 15 punten en een beter netwerk oplevert, is dat pure winst. Het systeem is zo strak ontworpen dat je constant balanceert op het randje van faillissement, precies zoals een startende industrieel in 1770.

Geen Puzzel, Maar Een Gevecht
Veel zware ‘Eurogames’ voelen droog. Je verzamelt hout, je bouwt een huisje, klaar. Brass is anders omdat de kaart leeft.
- Wil jij steenkool gebruiken? Dat moet via een kanaal of spoorlijn verbonden zijn.
- Wil je ijzer gebruiken? Dat mag teleporteren over de kaart.
Die regels klinken technisch, maar ze creëren een briljante dynamiek. Soms bouw ik een ijzergieterij zodat jij mijn ijzer gebruikt. Want als mijn ijzer op is, ‘flipt’ mijn tegel en krijg ik punten. We zijn concurrenten, maar we hebben elkaar nodig. Het is een symbiotische wurggreep.
Uitgelicht: Het Biertje als Wapen Het geniale van Birmingham (t.o.v. de voorganger Lancashire) is bier. Je hebt bier nodig om je goederen te verkopen. Maar bier is schaars en reist lastig. Het controleren van de brouwerijen is geen optie, het is noodzaak. Het moment dat je beseft dat je iemand kunt blokkeren door simpelweg het laatste vat bier op te drinken, verandert het spel van een economische sim in een tactisch straatvecht.
Het Verdict
Brass: Birmingham is niet voor iedereen. Als je maar twee keer per jaar een spel speelt, is dit te zwaar. De regels rondom netwerken zijn even pittig. Maar voor spelers die houden van fairness en diepgang? Dit is de gouden standaard. Er is geen dobbelsteen te bekennen. Als je wint, heb je dat verdiend. Als je verliest, weet je precies waar je de fout in ging. En dat is voor mij de ultieme vorm van respect voor je tijd.
🏆 Scorekaart
| Categorie | Oordeel |
| Cijfer | 9.8 |
| Conclusie | Een masterclass in economisch design. Brutale interactie verpakt in een elegant systeem zonder geluksfactor. |
Pluspunten
- Eerlijkheid: Geen geluk, pure strategie. De betere speler wint.
- Interactie: Je speelt écht tegen elkaar, de kaart verandert elke beurt.
- Diepgang: Na 50 potjes ontdek je nog steeds nieuwe strategieën (Pottery vs. Cotton vs. Rail rush).
- Esthetiek: De donkere, rokerige art style trekt je direct de 19e eeuw in.
Minpunten
- Instapdrempel: De regels voor netwerken en transport zijn in het begin onintuïtief.
- Mentale belasting: Na een potje van 3 uur ben je echt gesloopt. Dit is geen ‘gezelligheidje’ voor erbij.
Spelers: 2-4 (Best met 3 of 4) | Duur: 120-180 min | Type: Expert Euro / Economie